Welke vaste planten bloeien in de herfst

Szechuanpeperboom – Chinese peperstruik (boom/struik)

Uitspraak:see-sjaan

Bloeit geel in mei en wordt 4–6 m hoog. De bessen smaken pittig met een citrusondertoon en worden vaak gebruikt in vleesgerechten; kauwen op onrijpe bessen werkt licht verdovend. De standplaats is in de zon of halfschaduw, in goed doorlatende, niet te natte grond. Takken hebben stekels, waardoor vogels er graag in nestelen. Winterhard tot –15 °C. Snoei alleen bij te hoge of brede groei (maximaal 30%). Vermeerderen kan door zaaien (na een nacht weken, kiemt traag) of door halfhouten stekken. Mogelijke ziekten

bladkevers, geel blad, schimmelinfecties aan vruchten.

Tricyrtis – Paddenlelie, armeluisorchidee (vaste plant)

Uitspraak:trie-sier-tis

Bloeit in september–oktober met witte, roze, purperen, blauwachtige en gele bloemen. Groeit het best in humeuze grond op een plek in halfschaduw tot schaduw. Kan wegvallen door natte, koude weersomstandigheden. Vermeerderen kan door te delen in het najaar. Mogelijke ziekten: leliehaantje, slakken.

Hedera helix ‘Goldheart’ – Klimop (klimmer)

Uitspraak:hee-de-ra

Bloeit in september–oktober en wordt tot circa 5 m hoog. Geschikt voor alle grondsoorten, van vochtig tot droog. Standplaats kan in schaduw, halfschaduw of zon. De plant is zowel bodembedekkend als kruipend en opgaand. Alleen jonge planten klimmen en kruipen; om te voorkomen dat de klimop stopt met klimmen, is regelmatig snoeien nodig. Zo behoudt de plant zijn jeugdige groeivorm. Vermeerderen kan door stekken in de zomer of door afleggen. Mogelijke ziekten: spint, schildluis, wortelrot.

Pyracantha coccinea – Vuurdoorn (Heester)

Uitspraak: PIE-RAA-KAN-TAA KOK-KIE-NEA

Bloeit in mei en juni met witte bloemen, gevolgd door prachtige bessen in het najaar. De struik wordt ongeveer 1,80 meter hoog, is wintergroen en winterhard, en groeit goed in doorlatende, humusrijke grond. Hij heeft doorns en trekt vogels aan die dol zijn op de bessen. Snoei de sierheester in juli of augustus als hij te groot of te breed wordt. Zo kun je goed zien waar de bessen zich vormen, en kun je de takken met bessen eventueel laten zitten. Snoei tot een paar centimeter boven de basis. Vermeerderen kan door zaad, stekken of marcotteren. Plant één exemplaar per vierkante meter. Kan aangetast worden door schurft, bacterievuur, bladluizen, wollige bloedluis en spint.

Euonymus fortunei 'Minimus' – Kardinaalsmuts, Kardinaalshoed (bodembedekker)

Uitspraak: EU-O-NIE-MUS

Vaste plant die ongeveer 10 cm hoog wordt. Standplaats in de zon, in droge tot normale grond. De grond dient matig voedselrijk te zijn. De plant is wintergroen en winterhard. Per vierkante meter worden 11 tot 15 stuks aangeplant. Verdraagt sterke snoei en wordt gesnoeid in het late voorjaar of de zomer. Vermeerderen gebeurt door afleggen. De kardinaalsmuts kan aangetast worden door meeldauw, rupsen van de stippelmot, papiervlekkenziekte, bladluizen, wollige bloedluis, anthracnose, cercospora-bladvlek en crown gall.

Dahlia (Knol)

Dahlia’s groeien het best op rijke, organische grond. In pot hebben ze water nodig, in volle grond meestal niet. Ze zijn niet winterhard: laat je ze zitten, bescherm ze dan goed. Plant ze tweemaal zo diep of, bij het rooien, 15–23 cm diep. Bij de eerste nachtvorst verschrompelen bladeren en bloemen, maar de knollen kunnen dit vaak verdragen. In de herfst nemen ze in gewicht toe. Snijd de stengels af, spit de knol uit en laat omgekeerd drogen.

Dahlia’s kunnen aangetast worden door slakken, bladluizen, rupsen, meeldauw, bacteriële gal, dahliavirussen, bladvlekkenziekte, bladmineerders, spintmijten en oorwurmen.

Cornus kousa 'Schmetterling' – Japanse grootbloemige kornoelje (Heester)

Uitspraak: KOR-NUS

Wordt circa 3,50 meter hoog en breed en bloeit met crème-witte vlinderachtige bloemen in mei en juni. In augustus rijpen rode, eetbare en zoete bessen die tot in oktober aan de struik blijven. Verkiest een licht zure grond zoals turf of heidegrond op een beschutte, zonnige plek. Is winterhard maar niet wintergroen en kleurt in het najaar rozerood met groen. Vermeerderen kan door zaaien, stekken of afleggen. Kan aangetast worden door echte meeldauw, bladvlekkenziekte, anthracnose, wortelrot en vorstschade.

Citrus maxima – Pompelmoes (Kuipplant)

In ons land wordt de pompelmoes als kuipplant gehouden. Rijpe vruchten zijn geel, smaken zoet en hebben een licht bittere nasmaak. Ze zijn geschikt voor frisdrank, toetjes, salades en andere gerechten. De plant staat graag zonnig en warm en overwintert net boven het vriespunt. Hij is groenblijvend en bloeit in het voorjaar; de vruchten rijpen in het najaar. Geel blad dat afvalt kan wijzen op problemen met de grond, vaak door te veel water waardoor wortels afsterven. Gebruik luchtige, grove potgrond. Bemesten vanaf eind februari tot en met augustus. Vanaf eind september tot half oktober minder water geven en koel overwinteren bij 5–10 °C. Zorg voor voldoende frisse lucht. Kan aangetast worden door citruskanker, anthracnose, schurft,