Paddenstoelen

Gewoon fluweelpootje - Flammulina velutipes 

Deze paddenstoel heeft een slijmerige, gladde hoed in gele tot oranje-roodbruine tinten die op een dunne steel staat. Het is een eetbare paddenstoel met een zoete smaak die vaak voorkomt bij loofbomen, gevallen takken en stammen. De Gewoon fluweelpootje verschijnt vanaf oktober tot ver in de winter en kan heerlijk worden gekookt in soepen of gemarineerd. Deze paddenstoel is rijk aan voedingsstoffen zoals eiwitten, vezels en verschillende vitaminen en mineralen, waardoor het een gezonde toevoeging is aan diverse gerechten. Het Gewoon fluweelpootje kan ook worden gedroogd voor langdurige opslag of om te gebruiken als smaakmaker in diverse gerechten. 

Elfenbankje - Trametes versicolor

Het elfenbankje is een soort paddenstoel dat niet giftig is. Versicolor betekent veelkleurig. Deze paddenstoel groeit als een wondparasiet op verschillende loofbomen zoals beuken, eiken, berken, populieren, wilgen, hazelaars en kersen. Je kunt het elfenbankje vinden op zowel dode stobben als levende bomen. Ze komen vaak voor nadat een boom gewond is geraakt of een tak is afgezaagd. Kenmerkend voor het elfenbankje is de massale groei in overlappende lagen. Hoewel niet giftig, is het elfenbankje niet erg smakelijk voor mensen.

Elfenbankjes hebben een unieke uitstraling vanwege hun diverse kleuren die variëren van wit, oranje, geel tot paars. Deze paddenstoel heeft ook medicinale eigenschappen en wordt gebruikt in sommige 

Purperbruine mycena - Purpureofusca

Klein paddenstoeltje dat groeit in september november op verterend naaldhout, in zure of kalkhoudende grond. De hoed is kogelvormig en wordt later meer uitgespreid. De steel is dun, lang en onderaan wat donzig. Dit kleine paddenstoeltje is een intrigerende verschijning in het herfstseizoen. De purperbruine kleur en de dunne, lange steel voegen toe aan zijn charme. Het groeit voornamelijk op verterend naaldhout, en zijn aanwezigheid voegt wat magie toe aan het boslandschap. De Purpureofusca gedijt goed in zure of kalkhoudende grond, en zijn kogelvormige hoed biedt bescherming aan de sporen eronder. 

Braakrussula - Russula emetica

De Braakrussula groeit bij loof- en naaldbomen op vochtige, zure grond en is te vinden van juli tot november. Met zijn rode hoed is hij gemakkelijk te herkennen. Hoewel de paddenstoel niet giftig is, staat hij bekend om zijn pittige smaak. Russula emetica gedijt in bossen in de nabijheid van zowel loof- als naaldbomen.

Het is belangrijk om te weten dat de Braakrussula erom bekend staat dat hij maagirritatie kan veroorzaken als hij niet goed is bereid. Zorg er altijd voor dat je paddenstoelen grondig kookt voordat je ze consumeert. Een interessant feit is dat sommige dieren, zoals eekhoorns, deze paddenstoel eten zonder er last van te hebben.